Gaat u nog wel eens naar de markt op zaterdag? Gezellig en ook nostalgisch vind ik wel. Eerst een pinautomaat zoeken in de omgeving en dan met verse banknoten langs de kramen. Beetje onderhandelen over de vis, slot voor de fiets, alles voor weinig en een cover voor je iPad van slechts 5 euro. Soms kan ik er zo blij van worden en vooral wanneer de zon schijnt in het voorjaar. Op bijna elk ander moment vind ik het eigenlijk niet zo’n fijne plek. Het is er altijd te druk, waardoor ik niet kan opschieten terwijl ik haast heb. Ook mag je niet veel van de producten verwachten en serviceafhandeling stopt zodra jij je hebt omgedraaid. Als het heet is moet je wel heel vroeg zijn gegaan om nog gezond vlees, vis of fruit te krijgen. Eigenlijk is zo’n markt niet efficiënt.
De nieuwerwetse shopper gebruikt techniek.
De grote winkelketens in Amerika, de zogenaamde ‘Malls’ genoemd, maken dankbaar gebruik van hun schaalgrootte en techniek. Ze bouwen een ‘shoppingmall’ naast een kleine stad met genoeg afnemers en bieden de inwoners een oplossing voor de behoeftebevrediging van de hedendaagse ‘efficiënte’ shopper. Parkeerterreinen in torens en kelders voor duizenden auto’s die allemaal dicht bij de ingangen gesitueerd zijn. Op de begane grond tref je de supermarkten en andere leveranciers van dagelijkse kost. Op de tweede verdieping komen de kledingwinkels, op de derde de meubels, op de vierde kan je trouwen en op de vijfde is een compleet pretpark. Op de gesloten zesde verdieping staat een datacenter die een webshop host zodat klanten ook na hun bezoek nog worden herinnerd aan de voortreffelijke shopervaring.
Bedrijfskundige hand in hand met de zorgmanager
Dit lijkt een toekomstplaatje, maar het is al een realiteit in Amerika en we zien hier in Nederland ook grote consumentenfabrieken ontwikkeld worden. In het Alexandrium III, ja de derde op rij dus al, kan je op zaterdag parkeren op het dak en dan met 100 man meekoken met een chefkok of Jeroen van der Boom horen zingen, want die is er ook. Nu naar de Zorg waar de schreeuw om verandering aanzwelt, maar waar we nog weinig revoluties zien op het gebied van de ICT. Gek genoeg is ICT de technische ondersteuning in het proces om je klantgedrag te begrijpen, te sturen en het juiste aanbod er op aan te passen: cliënt centraal. Via het WLAN zien de winkelketens via de mobiele telefoon bij welk schap de klant blijft staan en hoe lang. Is het zo moeilijk om te bepalen wat ziekenhuizen en zorginstellingen kunnen met deze technieken? Ik heb de polsbandjes al in mijn handen gehad voor GPS, hartslagmeting, beeld en spraak via het WLAN. Waarom kan het ziekenhuis geen onderdeel zijn van het winkelcentrum? Wachttijd is drie keer zo lang als normale tijd. Fijn toch, als je boodschappen kunt doen terwijl je wacht. Via je mobiel wordt aangegeven waar je volgende onderzoek plaats vindt, hoe je er moet komen en hoe lang jij er, vanaf het punt waar je dan staat, over zal doen.
Volgens mij overladen we de verzorgenden met protocollen en invuloefeningen die data op moeten leveren voor de farmaceutische industrie, lees verkoop, en de vele onderzoekscommissies. Als we die informatie nu eens automatiseren zodat de verzorger van de cliënt weer zijn werk kan doen? Dan zijn we al een heel eind. Als we dan ook nog eens openstaan voor een ander, meer geïntegreerd, toekomstperspectief van de zorg, ontstaat vanzelf een zorgconsument die bewust is van zijn gezondheid en dit op een efficiënte manier in zijn dagelijkse routine kan bijhouden en verzorgen.
Deze blog is geschreven door Jos van Anraad
